niderlandzko » niemiecki

ver·bor·gen1 [vərbɔrɣə(n)] PRZYM.

verborgen
verborgen
een verborgen camera
in het verborgen(e)
in het verborgen(e)
in het verborgen(e)
in het verborgen(e)
iets verborgen houden
verborgen werkloosheid

ver·bor·gen2 CZ.

verborgen 3. os. l.mn. cz. prz. van verbergen

Zobacz też verbergen

ver·ber·gen <verborg, h. verborgen> [vərbɛrɣə(n)] CZ. cz. przech.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski