niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „getroffen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ge·trof·fen CZ.

getroffen volt. deelw. van treffen², treffen³

Zobacz też treffen , treffen , treffen

tref·fen3 <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] CZ. cz. przech.

1. treffen (raken):

treffen
treffen
getroffen door de bliksem
vom Blitz getroffen

4. treffen (betreffen, aangaan):

treffen
betreffen
hem treft geen blaam
ihn trifft kein Tadel form.

5. treffen (met ‘het’; boffen):

treffen
treffen
jullie hebben het getroffen met het weer
ihr habt es mit dem Wetter gut getroffen

6. treffen (iets onaangenaams):

treffen
treffen
het getroffen gebied
das betroffene Gebiet

tref·fen2 <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] CZ. cz. nieprzech. ((goed) uitkomen)

tref·fen1 [trɛfə(n)] RZ. r.n. geen l.mn.

1. treffen (gevecht):

treffen
Treffen r.n.

2. treffen (samenkomst):

treffen
Treffen r.n.
treffen
Zusammenkunft r.ż.

3. treffen SPORT (wedstrijd):

treffen
Treffen r.n.
treffen
Wettkampf r.m.

Przykładowe zdania ze słowem getroffen

onaangenaam getroffen
unangenehm berührt
getroffen door de bliksem
vom Blitz getroffen
door rampspoed getroffen
von Schicksalsschlägen getroffen
het getroffen gebied
das betroffene Gebiet
als door de bliksem getroffen
wie vom Blitz [o. Schlag] getroffen
door een beroerte getroffen worden
einen Schlaganfall bekommen
als van de donder getroffen zijn
wie vom Donner gerührt sein
jullie hebben het getroffen met het weer
ihr habt es mit dem Wetter gut getroffen

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne