niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „krediet“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

kre·diet <krediet|en> [krədit] RZ. r.n.

1. krediet (vertrouwen in het betaalvermogen):

krediet
Kredit r.m.
onbepaald krediet
zijn krediet kwijt zijn

2. krediet (uitstel van betaling):

krediet
Kredit r.m.
krediet
een auto op krediet kopen

3. krediet (vertrouwen dat iem inboezemt):

krediet
Vertrauen r.n.
krediet
Ansehen r.n.
veel krediet hebben

4. krediet (het verstrekken van kapitaal):

krediet
Kredit r.m.
krediet
Darlehen r.n.
een contant krediet
iem een krediet openen
persoonlijk krediet
een kortlopend krediet

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski