niderlandzko » niemiecki

Tłumaczenia dla hasła „koesteren“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)
Pokaż podsumowanie wszystkich trafnych wyników
koes·te·ren
czasownik
koes·te·ren
czasownik

koes·te·ren1 <koesterde, h. gekoesterd> [kustərə(n)] CZ. cz. przech.

1. koesteren (vertroetelen):

koesteren
umsorgen
koesteren
hegen und pflegen
zij koestert haar kind
sie umsorgt ihr Kind

2. koesteren (uit waardering beschermen):

koesteren
hegen
koesteren
hätscheln pej.
zij koestert haar vrijheid
sie hängt an ihrer Freiheit

3. koesteren (bij zich zelf voelen):

koesteren
hegen
koesteren
empfinden
argwaan/twijfel koesteren
Argwohn/Zweifel hegen
hoop koesteren
sich C. Hoffnungen machen

koes·te·ren2 <koesterde zich, h. zich gekoesterd> [kustərə(n)] CZ. wk ww

koesteren (zich laten verwarmen)
sich wärmen
koesteren (in de zon)
sich sonnen

Przykładowe zdania ze słowem koesteren

hoop koesteren
sich C. Hoffnungen machen
idealen koesteren
Ideale hegen
de hoop koesteren, dat …
sich der Hoffnung hingeben, dass …
respect voor iem koesteren
Respekt vor jdm haben
wij koesteren enige hoop
wir haben einige Hoffnung
overspannen verwachtingen koesteren
überspannte Erwartungen hegen
de gedachte koesteren
den Gedanken hegen
argwaan/twijfel koesteren
Argwohn/Zweifel hegen
rancune blijven koesteren tegen iem
jdm etw nachtragen
verdenking koesteren/opvatten tegen iem
Verdacht gegen jdn hegen/schöpfen
een adder aan zijn borst koesteren przen.
eine Natter am Busen nähren
een slang in [o. aan] zijn boezem koesteren przen.
eine Schlange am Busen nähren

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne