niderlandzko » niemiecki

be·kri·ti·se·ren <bekritiseerde, h. bekritiseerd> [bəkritizerə(n)] CZ. cz. przech.

ge·ste·ri·li·seerd [ɣəsterilizert] PRZYM.

ge·ci·vi·li·seerd <geciviliseerde, geciviliseerder, geciviliseerdst> [ɣəsivilizert] PRZYM.

ge·or·ga·ni·seerd [ɣəɔrɣanizert] PRZYM.

be·krui·sen <bekruiste zich, h. zich bekruist> [bəkrœysə(n)] CZ. wk ww

bekruisen zich bekruisen:

kri·ti·se·ren <kritiseerde, h. gekritiseerd> [kritizerə(n)] CZ. cz. przech.

1. kritiseren (beoordelen):

2. kritiseren (hekelen):

be·keerd [bəkert] PRZYM.


Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski